Storm en de uitvinding van het voetbal
Jan Birck
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BOOG |
31/12/2001
Mark Boog kreeg in 2000 als debuterend dichter de C. Buddingh'-prijs voor zijn bundel Alsof er iets gebeurt. Een opmerkelijke titel voor een opmerkelijke bundel, die, zo blijkt nu, een voorafspiegeling was van zijn prozadebuut De vuistslag.
Meteen al in het openingsdeel van De vuistslag wordt de lezer in de mogelijkheid gesteld zich een beeld te vormen van de vertellende ikfiguur, die na op straat te zijn neergeslagen, in het ziekenhuis terecht is gekomen. Die ik blijkt een soort reïncarnatie van Droogstoppel uit het inleidende hoofdstuk van Max Havelaar. Meteen ook reikt Boog het kader aan voor zijn roman: binnen de beperkte ruimte van de ziekenkamer ontwikkelt de verteller "met horten en stoten die zich over weken uitstrekten" zijn ideeën: de elkaar snel opvolgende deeltjes waaruit de roman is opgebouwd, vormen geen afgerond geheel, maar leiden de lezer binnen in het bizarre universum van de hoofdfiguur, waarin hallucinaties en pogingen om een zekere logica te ontwikkelen, mekaar voortdurend voor de voeten lopen.
Waarom de man werd neergeslagen en wie de dader is van de in zijn ogen laffe aanval, blijft een onopgeloste vraag. Uit de vragen die hem gesteld worden door de politieagenten die met de zaak belast zijn, blijkt dat de ikverteller een pistool heeft gebruikt. Even lijkt Boog te suggereren dat er iets moet of kan gebeurd zijn met de ex-vriendin van zijn hoofdfiguur. Pas aan het slot van de roman licht de zus van de ikfiguur een kleine tip van de sluier, wanneer zij hem vraagt of hij wel weet hoe erg het gesteld is met die ex van hem. Ook met de bezoekers die met de regelmaat van een klok aan zijn ziekenbed opduiken, speelt Boog een spel van werkelijkheid en illusie. Wie de ondervragers zijn en waarom ze zonodig de 'waarheid' uit hem willen krijgen, blijft zoals gezegd een raadsel. Zijn zus staat voor de feiten en de drang om die feiten ook in hun juiste perspectief te plaatsen; de broer ten slotte fungeert heel de roman door als zwijgend klankbord voor de ideeën van de verteller.
Nu blijkt duidelijk dat De vuistslag het in de eerste plaats moet hebben van de ideeën. Dat Boog erin geslaagd is die ideeën zo te verpakken dat zijn tekst nergens op een pleidooi gaat lijken, is m.i. de grootste verdienste van de roman. Vaak zit het hem in de relativerend-afstandelijke manier waarop de man zijn verhaal doet. Gemeenschappelijke noemer bij alles wat de man eruit gooit is het afwijzen van alles wat naar de middelmaat neigt: "Volledige gezondheid is mooi, compleet in de vernieling liggen is mooi, maar alles ertussenin is vervuild, lauwe ellende. De middelmatigheid krijgt te veel. Alles behalve absolute uitersten is middelmaat, en niets waard." Zo gezien groeit de roman uit tot een scherpe analyse van het reilen en zeilen van de moderne maatschappij, die dringend aan een herbronning toe is. Opvallend bij dit alles is het hoge citeerbaarheidsgehalte dat Boog blijkbaar voor ogen heeft gehad bij het schrijven.
Ergens in De vuistslag staat deze zin: "De stilstand was bedrieglijk, was ingehouden beweging." Beter kan de roman niet worden getypeerd: de ik mag dan nog geïmmobiliseerd zijn, wie er als lezer in slaagt mee te bewegen binnen de denkpatronen die worden uitgetekend, ontdekt hoe dynamisch alles wordt voorgesteld. [Jooris Van Hulle]
Jos Damen
Dichters schrijven ongewone romans. Mark Boog (1970) schreef na zijn debuut, de dichtbundel 'Alsof er iets gebeurt'*, nu een onconventionele korte roman. In 'De vuistslag' ligt een man in een ziekenhuisbed. Daar filosofeert en converseert hij er 170 bladzijden lang uitgebreid en vaak treffend op los. 'Pijn is heftig. Pijn is zuiver. Pijn verheft. Dat merkt men vooral achteraf '. De 33-jarige hoofdpersoon ligt geveld door wat normaal zijn eigen specialiteit is: de vuistslag. Vader was naar zijn zeggen ooit zijn eerste slachtoffer. Later perfectioneerde hij zijn stijl en werd ook zijn zwangere vriendin geraakt. Maar niet alles is wat het lijkt te zijn. Enkele woorden van de bezoekende zus zijn voldoende om onderdelen van het verhaal op losse schroeven te zetten. Daarin ligt de kracht van deze korte roman. Ook verder weet Mark Boog met kleine tekstuele verrassingen het op zich saaie verhaal reliëf te geven: 'Wie één keer verliest heeft altijd verloren.' Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.