Stikvallei
Frank Westerman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido Fosfor, 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW SIBERIË : 975.1 WEST |
Donald Niedekker
i /un/08 j
Het slot van het reisverhaal Het trieste der tropen van Claude Lévi-Strauss. Het is het eerste wat bij me opkomt bij het lezen van de titel van Frank Westermans nieuwe boek Zeven dieren bijten terug . De in Brussel geboren etnograaf eindigt zijn tour de force uit 1955 - ruim 400 bladzijden reisverslag en denkwerk over nederzettingspatronen, gezichtstatoeages en sociale structuren bij indianenstammen in Brazilië - met een opmerkelijke ode aan de onthechting. Want op die ogenblikken, nog voor het denken, in de korte perioden dat we onze 'mierenarbeid' onderbreken, kunnen we een glimp opvangen van wat het wezen van de mens uitmaakt.
Lévi-Strauss vindt die van ruis en zorgen bevrijde momenten “in de geur die opstijgt uit het hart van een lelie en die gecompliceerder is dan al onze boeken; of in de lome knipoog waaruit een wereld van geduld, gemoedsrust en wederzijdse vergevingsgezindheid spreekt en die het ons, dankzij een ongezocht moment van verstandhouding, soms gegeven is te wisselen met een kat.”
Het veelomvattende oeuvre van Westerman onderscheidt zich, hoezeer ook getuigend van journalistieke speurzin, door aandachtige beschouwing en beeldrijke beschrijving van het alledaagse, kleine en onooglijke. Te beginnen met het Groningse dorp Hoornderveen, dat in de openingsalinea van zijn eersteling De graanrepubliek uit 1999 “als een lui spinnetje in een web van ruilverkavelingswegen” hangt.
Het is echter Lévi-Strauss' “ongezochte moment van verstandhouding” met een kat dat in mijn geheugen aanslaat op de titel Zeven dieren bijten terug . Fascinatie, ja, herkenning, zeker, maar in beide gevallen ook enige scepsis. Zou 't? Bijten de dieren echt terug? Sprak de bijna hypnotische blik die ik in een onledig moment wisselde met mijn kat Isa van verstandhouding? Voor ik een letter van Westermans boek heb gelezen doet de titel zijn werk. Hij hangt als een op haar webdraden tokkelende spin in mijn brein.
Narwaltand
Het spinnetje tokkelt en lepelblad begint te trillen, het jaar 1453, de florijnen van koopman Balthazar de Moucheron, botten van walvisvaarders. Allemaal ingangen voor een verhaal over de pogingen van cartograaf en ontdekkingsreiziger Willem Barentsz (1550-1597) om via de poolwateren naar de rijke specerijenmarkten van het Verre Oosten te zeilen.
Westerman laat zeven dieren de legendarische overwintering op de Russische archipel Nova Zembla, waar ze in het ijs strandden, uit de mottenballen halen. Achtereenvolgens mogen de narwal, de lemming, de paling, de rotgans, de ijsbeer, het rendier en de koningskrab hun tanden, kaken, geweien, klauwen en scharen zetten in de indringers in hun habitat.
Indringers zijn er in alle maten en soorten. Niet alleen de zestiende-eeuwse zeelieden die hun ongewisse zeiltochten naar China keer op keer zagen stranden in het arctische ijs. Westerman begint zíjn expeditie in Londen, waar een terrorist met een narwalstoottand wordt gevloerd. Via de Waddenzee en Noorwegen gaat het naar de stalinistische strafkampen, die in hun eigen voedsel moesten voorzien, als gevolg waarvan op het Taymir-schiereiland ruiende rotganzen massaal werden geslacht. En verder naar Spitsbergen, waar kampeerders als avonturiers zonder de moed van een avonturier er geen been in zien ter wille van hun wild life-ervaring een ijsbeer dood te schieten.
Met een bedrieglijk eenvoudige mozartiaanse lichtheid rijgt Westerman - puttend uit scheepsjournalen, krantenknipsels, rechtbankverslagen, Youtubefilmpjes, Jacob van Maerlants Der naturen bloeme en eigen jeugdherinneringen - uiteenlopende zegspersonen, tijdsgewrichten en biotopen in harmonische elegantie aaneen. In alles voel je de virtuositeit van een auteur die voor zichzelf tussen de verbeelding van de roman en de methodische systematiek van de wetenschap een eigen speelveld heeft gecreëerd.
Ik zie Westerman te midden van zijn beestenboel zitten als dompteur én als achtste dier, een hominide voor zijn beeldscherm, waarop hij, getuige zijn Stikvallei (2013), een memosticker heeft geplakt met de tekst: “Hoe minder feiten, hoe meer verhaal”. Een jongleur die kan goochelen met de elementen in zijn verhaal, ze in verbanden plaatst waarin ze elkaar als zwevende akkoorden kleuren. Een voorbeeld. De koningskrabben die zich in een “kluwen van schilden” “op een menigte aan poten” over de zeebodem verplaatsen, dragen, zonder dat er argumentatie of een vergelijking aan te pas komt, het griezelige en wriemelende van hun krabbengang over op “rancunes en ressentiment die zich ophopen in de Russische onderbuik”.
Alertheid
Wie in het Hoge Noorden reist, begeeft zich in een landschap dat dieren veel beter kunnen lezen dan mensen uit meer gematigde streken. Ze jagen, trekken rond, leven met superieure zintuigen, in een vertrouwdheid met de krachten en samenhangen die hun omgeving vormgeven. Vereist is een roofdierscherpte in gehoor, blik, en geurzin om in het poolwit en de zich eindeloos uitstrekkende toendra de relevante signalen op te vangen. Een alertheid die bij de inheemse volkeren als de Inuit, Sami en Nenetsen door verhalen wordt gevoed en onderhouden. De verbeelding tekent kaarten, bewaart geluiden, kleuren van bessen en sneeuw, verbindt schijnbaar willekeurige details en prent associaties in het geheugen die cruciale informatie bevatten over ijsdikte, trekroutes van kariboes en mistbanken ontstaan door de lichaamswarmte van een kudde rustende walrussen.
Het vergt van de moderne reiziger een bereidheid om de poolstreken te beschouwen als een vorm van bewustzijn, waarin sneeuwhazen, menselijke passanten, ijsgorzen en het zeewier waarmee een ivoormeeuw haar nest isoleert gelijk zijn opgenomen naast dromen, verhalen en herinneringen.
Aan zijn in zeven hoofdstukken geschapen bestiarium laat Westerman, bij wijze van ouverture of leeswijzer, de inleiding 'Dwaalgasten' voorafgaan. Hierin alludeert hij op zinsbegoochelingen in de witte wondere wereld, op omkeringen tussen mens en dier, nacht en dag, bejaagden en ongenode gasten. Naast of om de dieren kun je een mentaal landschap uittekenen aan de hand van de volgende begrippen: sprookje, beeldspraak, techniek, spel, projectie, vlucht of trek en, tot slot, de doos van Pandora. In vogelvlucht krijg je dan een umwelt waarin de narwal als aquatische tegenhanger van de eenhoorn het sprookje mag vertegenwoordigen, terwijl lemmingen exemplarisch zijn voor de zich op de Noordkaap verdringende toeristen. Met hun periodiek, furieus op de afgrond afrazende meutes kunnen ze als beeldspraak fungeren voor samenlevingen die zich onder aanvoering van democratisch gekozen leiders storten in golven van haat en geweld.
De palingen worden in het symbolische landschap van de tot ingenieur opgeleide Westerman gekoppeld aan de techniek, meer bepaald de Afsluitdijk (een waterkering in Nederland tussen de provincies Noord-Holland en Friesland die het IJsselmeer afsluit van de Waddenzee, red.) , een bouwkundig hoogstandje dat evenwel een blokkade opwerpt voor de alen in hun voortplantingscyclus. Techniek brengt decennia later ook weer de oplossing in de vorm van een tunnel die onder de dijk het IJsselmeer met de Waddenzee verbindt.
IJsberen lenen zich op hun beurt, als wezens die zich net als de mens op twee benen verheffen, bij uitstek voor projectie van menselijke gevoelens. De van Noorwegen naar Rusland trekkende rendieren van de Sami spiegelen zich in Syrische vluchtelingen die boven 69º NB op de fiets in omgekeerde richting de grens passeren. Elk dier vertegenwoordigt zo, zonder dat Westerman er de nadruk op legt, een aspect van het mens-zijn.
Het spinnetje tokkelt en ik zit weer even buiten Hammerfest aan een baai, wanneer vanachter een heuveltje, misschien ooit om een zwerfkei gegroeid, een gewei zich verheft, gevolgd door een kop. Het rendier, dat me natuurlijk al lang had geroken, neemt me doodgemoedereerd op. Het moment van peilloze diepte waarin onze blikken zich aan elkaar vastzuigen, grift zich in mijn geheugen. Nu ik aan dat moment terugdenk: sprak die blikwisseling van verstandhouding? Halen we niet uit onszelf wat we dieren toedichten?
Doos van Pandora
Westerman laveert tussen eerbied voor de onkenbare eigenheid van dieren en de wil hun gedrag te begrijpen, zonder daarbij de scheiding tussen dier en mens al te groot of absoluut te maken. Waarom zou je, zo vraagt hij zich af, de lemmingentreinen die zich van de kliffen werpen níét in termen van zelfdoding kunnen beschrijven?
Tegelijk is hij - en hierin uit hij zich het meest uitgesproken - huiverig om dieren als rechtspersoon te erkennen. Zijn we dan niet terug bij af: namelijk bij de mens die onder de dekmantel van een vermeende geestelijke superioriteit dieren naar zijn hand zet, in dit geval tijdens juridische procedures voor ganzen, zeehonden, walvissen, maar ook voor bomen en rivieren? “Wie o wie waant zich gerechtigd te spreken uit naam van de Waddenzee?” En hoe ga je om met conflicterende belangen in het dierenrijk? Zoals Westerman polemisch en gevat formuleert: “Maar hoe roep je een aalscholver ter verantwoording voor het opslokken van een ondermaatse paling?”
Hij stelt het onomwonden: wij “zíjn het probleem”. Beter dan over rechten van dieren, dienen we te spreken over plichten voor de mens.
In het slothoofdstuk voert Westerman de koningskrab ten tonele. Dit door de Russische wetenschapper Joeri Orlov in de Barentszee uitgezette schaaldier blijkt zelf een indringer. Geen toerist, noch een overal stickers plakkende motorclub, maar de zich als invasieve exoot ontpoppende reuzenkrab uit de wateren van Kamtsjatka.
Dit is de doos van Pandora, die de tovenaar alias journalist alias ingenieur de lezer in handen legt en die je met terugwerkende kracht kunt herkennen in eerder in het boek besproken projecten van natuurherstel, bijvoorbeeld de proeftuin voor rotganzen op Texel. In het re-integratieproject voor gevangenen in Londen, in het erkennen van dieren en landschappen als rechtspersoon, of in het openen van de Noordoostpassage voor handelsvaart nu door de opwarming de arctische zeeroute open komt te liggen. Welke krachten ontketen je als je die dozen opent? Welke juridische haarkloverijen? Welke onvermoede effecten? Bijten de dieren terug of bijten ze van zich af?
In Westermans fabelachtige dierenboek mag u uw tanden zetten.
Donald Niedekker is auteur van het bekroonde Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost . Frank Westermans boek Zeven dieren bijten terug is uitgegeven bij Querido Fosfor.
Jean-Pierre Geelen
i /un/08 j
Van zijn 4de tot zijn 11de bracht Frank Westerman (1964) elke zomer door 'op de plek waar Willem Barentsz zijn 'kindse jaren' doorbracht'. Met windscherm en schepnetjes op het imperiaal van de Renault 4 toog het gezin naar het Terschellingse Formerum (bekend van de molen en de van wietdampen doordesemde hippiecamping De Appelhof).
Tot zover niets ongewoons voor een doorsneegezin in de jaren zeventig. Maar het is dus wel de geboortegrond van de bekende 16de-eeuwse ontdekkingsreiziger. Dat schept verplichtingen voor de schrijver die Westerman zou worden.
Die lost hij nu in met Zeven dieren bijten terug, een bundel waarin hij (al dan niet virtueel) in het kielzog treedt van Barentsz, van de Wadden tot voorbij de Noordkaap. Op zijn reis volgt hij een aantal sporen. Niet alleen krijgt hij - zoals 'ieder die de bewoonde wereld verlaat' - oog voor de dieren, ook lardeert hij zijn verhalen over de jacht of andere geschiedenissen van die dieren met bespiegelingen en interviews over de huidige stand van die soorten. De zeer uiteenlopende verhalen over de lemming, de narwal, de paling, de ijsbeer, de rotgans, het rendier en de koningskrab moeten ons zo 'een spiegel voorhouden'. Ook moet dit 'mensendefilé in mijn bestiarium' ons duidelijk maken 'wat wij van deze dieren kunnen opsteken'.
Dat Westerman een rasverteller is, begaafd met een soepele pen, bewees hij met inmiddels klassieke titels als De graanrepubliek en El Negro en ik, en met diverse prijzen en nominaties. Ook in Zeven dieren bijten terug mankeert het niet aan stijl en beeldend vermogen.
Toch vergt het enige doorzettingskracht om te worden meegesleept door de verteller in dit boek. Dat begint al met het inleidende hoofdstuk, waarin de auteur in encyclopedische stijl en (niet alfabetische) lemma's de lezer laat bungelen met de vraag waaraan die zojuist eigenlijk begonnen is.
Ook verderop zie je de verteller met zijn gebruik van literaire verteltechnieken wat te nadrukkelijk zoeken naar een verrassende vorm, waarin hij geschiedenis, wetenschap en persoonlijke memoires wil combineren. Op zijn reis zeilt Westerman kriskras door eeuwen, locaties en onderwerpen. Dat werkt soms, zoals in het stuk over de ijsbeer, maar net iets te vaak is het resultaat zo'n eclectisch samenraapsel dat je je vertwijfelt afvraagt wat je van deze dieren kunt opsteken. De passages lijken hier en daar louter aan elkaar geplakt omwille van de vorm, en mede gestuurd door wat het archief nog aan oude verhalen en anekdotes te bieden had.
Zijn moeizame zoektocht in Londen naar de tand van een narwal - een gehoornde dolfijn - die ook Barentsz op zijn reizen zou moeten zijn tegengekomen (het is niet eens zeker), eindigt ronduit teleurstellend: Westerman geeft op, zich behendig beroepend op zijn gelegenheidsmantra 'Blijf geloven in sprookjes, maak ze niet kapot'. En: 'Het vleesgeworden sprookje hoort thuis in de liturgie van de werkelijkheid.'
Een ontdekkingsreiziger zou er niet ver mee komen. Als literair-journalistiek zeevaarder heb je bij thuiskomst weliswaar iets te vertellen, maar wat had je nu werkelijk te zeggen?
Querido Fosfor; 296 pagina's; € 24,99.
(ldm)
i /un/04 j
****
Succesauteur Frank Westerman (1964) begint 'Zeven dieren bijten terug' met een beschouwing over 'boterland', het land dat zeevaarders door zinsbegoocheling menen te zien, maar dat smelt als boter voor de zon wanneer ze het naderen. Is onze huidige klimaatverstoorde wereld ook zo'n smeltend boterland, vraagt Westerman zich af. Zelfs 'de Columbus van het ijs', de befaamde ontdekkingsreiziger Willem Barentsz die Nova Zembla heeft ontdekt, trapte in een boterlandeffect. In 1596 dachten Barentsz en zijn bemanning ter hoogte van de Noordkaap zwanen te zien, maar het bleken ijsschotsen te zijn. Voor Westerman zijn ontdekkingsreizigers als Barentsz 'dwaalgasten', uit koers geraakte vogels die precies door de weg kwijt te raken nieuwe trekroutes en overwinteringsgebieden ontdekken. Barentsz' derde poolreis liep fataal af. Hij overwinterde in het beroemde Behouden Huys op Nova Zembla, maar overleefde de terugreis niet. Ondanks zijn falen kreeg Barentsz de status van martelaar toegedicht. De stuurman werd een boegbeeld van ondernemerszin en durf, de schipbreukelingen van het Behouden Huys werden helden.
De hoofdpersonages in de nieuwe Westerman zijn echter niet die ijszeeverkenners uit de 16de eeuw, maar wel de dieren met wie zij onderweg, direct of indirect, de confrontatie zijn aangegaan. In Barentsz' kielzog is Westerman zeven dieren nagereisd en licht hij ze op uit 'hun smeltende wereld'. De lemming, de narwal, de paling, de ijsbeer, de rotgans, het rendier en de koningskrab: alle zeven houden ze ons een spiegel voor. Ze bijten terug en roepen ons ter verantwoording. Wat kunnen de overlevingsstrategieën van die zeven pooldieren ons leren? Dat is de centrale vraag die Westerman stelt in dit wervelende reisverslag, dat zich uitspreidt van Texel en Terschelling tot voorbij de Noordkaap en tot op Spitsbergen. De structuur van 'Zeven dieren bijten terug' is die van een bestiarium, een boek over beesten en fabeldieren, met een allegorische duiding van hun naam, aard en gedrag. In het bijzonder het 13de-eeuwse beestenboek van Jacob van Maerlant vormde voor Westerman een ijkpunt.
Grote maatschappelijke vragen bevattelijk maken aan de hand van kleine, persoonlijke verhalen, dat is Westermans handelsmerk. In zijn bevlogen stijl neemt hij zijn lezers mee op een avontuur zonder weerga. Westerman omschrijft het genre dat hij beoefent zelf als 'zoöproza'. Hoe je het ook noemt, het is alleszins een originele mengeling van wetenschap, geschiedenis, reisliteratuur en persoonlijke ervaringen. In het hoofdstuk over de paling haalt Westerman bijvoorbeeld zijn kennis over zeedijken uit de kast, en tegelijk schetst hij een onthutsend beeld van het bloedige Palingoproer in de Jordaan in 1886 en legt hij verbanden met het gedachtegoed van klimaatfilosoof Bruno Latour.
Westerman bekijkt vastgeroeste ideeën onveranderlijk vanuit een nieuw gezichtsveld. Klopt het bijvoorbeeld wel dat lemmingen zelfmoordenaars zijn die zich groepsgewijs van een klif werpen? De historische neergang van de rotgans in onze contreien in de jaren 30 van de vorige eeuw blijkt dan weer verbonden te zijn met de goelagkampen van Jozef Stalin. Westermans literaire onderzoeksjournalistiek gaat tot het gaatje en genereert een roesverwekkende reeks van aha-erlebnissen. Mateloos aanstekelijke lectuur waarmee u het niveau van uw toogpraat danig kunt opkrikken.
Bookarang
Een aanjagend boek over reizen, pooldieren en klimaat. Het boek volgt de reis van de auteur naar het noorden, in de voetsporen van ijszeeverkenners Willem Barentsz (1550-1597). Hij ontmoet zeven bijzondere dieren: de lemming, de narwal, de paling, de ijsbeer, de rotgans, het rendier en de koningskrab. De dieren worstelen om te overleven in een wereld die door de mens wordt opgewarmd. De auteur reflecteert op wat de mens van deze dieren leren kan. Beeldend en onderhoudend geschreven. Met kaarten en enkele kleine silhouet-illustraties. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Frank Westerman (1964) is een Nederlandse schrijver en journalist. Hij schreef vele boeken, waaronder 'De graanrepubliek', 'Ingenieurs van de ziel', 'El Negro en ik' (bekroond met De Gouden Uil), ‘Ararat', ‘Stikvallei', 'Een woord een woord' (bekroond met zowel de Brusseprijs als de Bob den Uyl-prijs) en recentelijk 'De kosmische komedie' en 'Te waar om mooi te zijn'. Zijn werk verschijnt in zeventien talen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.