Vuile handen
J.J. Voskuil
J.J. Voskuil (Auteur), Jaap Blansjaar (Redacteur), Thomas Van Grafhorst (Redacteur), Detlev Van Heest (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Oorschot, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VOSK |
Bert Wagendorp
rt/aa/11 m
Schrijver J.J. Voskuil was in 1999 te gast in het programma De Plantage van Hanneke Groenteman, ter gelegenheid van de verschijning van het vijfde deel van zijn romancyclus Het Bureau - En ook weemoedigheid, destijds een literaire gebeurtenis van belang. Voskuil, wiens alter ego Maarten Koning in Het Bureau niet tot de toegankelijkste en vrolijkste personages behoort, zat er ontspannen bij. Hij was inmiddels een jaar of twaalf met pensioen en dat had er, bevestigde zijn echtgenote Lousje, toe geleid dat hij een stuk jonger en aardiger was geworden.
Het schrijven van Het Bureau was een noodzakelijke exercitie geweest, zei Voskuil. Hij had in zijn dertig jaar op het bureau gehoopt op solidariteit en eenheid, maar tevergeefs. Al die tijd had hij zichzelf 'belazerd'. Het Bureau was een poging te begrijpen hoe dat had kunnen gebeuren. 'Maarten heeft met een illusie geleefd die door mij wordt doorgeprikt.' De schrijver deed dat aan de hand van een dagboek dat hij praktisch zijn hele leven had bijgehouden - en dat in totaal 160 dagboekschriften vulde.
Uitgeverij Van Oorschot is na Bijna een man aanbeland bij het tweede deel van de dagboeken van Voskuil, Capitulatie, over de periode 1955-1965. Nu wordt het interessant. In het eerste deel was nog flink en onherstelbaar gesnoeid door Voskuils weduwe, zodat de relatie tussen dagboek en Voskuils eerste roman, Bij nader inzien, schimmig bleef. Dit tweede deel kon door de bezorgers Blansjaar, Van Grafhorst en Van Heest in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht dankzij de dagboekschriften die, in tegenstelling tot die over de voorgaande periode, wel bewaard waren gebleven.
Maar wat Capitulatie echt intrigerend maakt, is dat Voskuil in 1957 zijn entree maakt op het Instituut voor Dialectologie - een voor de literatuur heuglijk moment omdat hij over zijn jaren op het tegenwoordige Meertens Instituut vanaf 1996 in zeven delen de vijfduizend pagina's van Het Bureau zal publiceren.
Eindelijk kunnen we nu lezen hoe Voskuil bij het schrijven van Het Bureau te werk is gegaan. Uit wat hij zei tegen Groenteman was al op te maken dat Het Bureau niet moest worden gezien als een literaire bewerking van de dagboeken, die gingen immers over veel meer dan alleen zijn werkzaamheden, bijvoorbeeld ook over zijn huwelijk en zijn vrienden. Die onderwerpen komen in het eerste deel van de romancyclus, Meneer Beerta, ook aan de orde, maar alleen als ze in relatie staan tot zijn leven op kantoor.
Uit Capitulatie blijkt hoezeer Voskuil in Het Bureau als romanschrijver te werk is gegaan. Niet alleen heeft hij veel van wat hij in zijn dagboeken heeft genoteerd over zijn werk niet gebruikt voor de roman, de feiten die hij wel heeft gebruikt heeft hij aangevuld uit andere bronnen - voornamelijk zijn geheugen.
Henri Landheer, ambtenaar bij het Dialectenbureau, komt in Capitulatie tweemaal kort voor in episodes die spelen in 1957. Zijn dood, een jaar later, blijft in het dagboek onvermeld. Maar in Meneer Beerta besteedt Voskuil tien pagina's aan het overlijden van 'Veerman'. Kennelijk kunnen de omstandigheden op het bureau je zelfs het leven kosten. Maar hij gebruikt de tragische gebeurtenis ook om de slapstickschrijver Voskuil de ruimte te geven.
'Wat is er met Veerman?' vroeg hij. 'Dood!' 'Dood?' zei Maarten verrast. 'Beroerte! Op de plee!' 'Hier bij ons?' Hij keek onwillekeurig in de richting van de w.c.'s. 'Thuis!'
Een enkele keer blijft Voskuil in Meneer Beerta dicht bij de bron, als hij lange stukken 'uit het dagboek van Maarten Koning' citeert. Maar in de meeste gevallen selecteert hij een paar zinnen die hij kan gebruiken en laat de rest weg of hij breidt een korte opmerking in het dagboek uit tot een paar pagina's in de roman.
De uitgever omschrijft Voskuils dagboeken op de achterflap als 'verreweg het belangrijkste ongepubliceerde werk'. Dit tweede deel is in elk geval weer ouderwets leuk, in tegenstelling tot het geamputeerde eerste deel. Lezers van Het Bureau zullen smullen van de hilarische dialogen tussen Han Voskuil en zijn echtgenote die kennelijk niet in de romans pasten en van de stoet probleemgevallen uit de vriendenkring van de Voskuils, die de schrijver op de een of andere manier zo weet te typeren dat ze op de lachspieren werken.
Voskuil noteert herhaaldelijk dat hij in het dagboek een onaangenaam beeld van zichzelf schetst. Maar misschien wel juist doordat het in ongeschonden staat tot ons is gekomen, wekt Capitulatie mededogen met een gekweld man, die zichzelf had veroordeeld tot dertig jaar eenzame opsluiting in Het Bureau, en die pas weer tot leven kwam toen hij daaruit was verlost en er een dikke roman over had geschreven.
★★★★☆
Van Oorschot; 779 pagina's; € 39,95.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.